wegwijzer

Geschiedenis



De historische "Schutsgilden" waren eedgenootschappen welke bestonden uit een beperkt aantal poorters die de stad tegen onheil hielpen beschermen, en als enige burgers in het openbaar wapens mochten dragen. Het waren broederschappens  met een beperkt aantal “gezworen gezellen”, die  een hoog aanzien genoten, en het was, en is nog steeds, een eer om er bij te horen.


Hun politionele en militaire opdracht bestond erin de gemeente - de gemeenschap- te "beschutten of te beschermen", vandaar de term "Schutsgilden" ("Scuttere").


Ook op cultureel gebied hebben zij een belangrijke rol gespeeld. Getuige hiervan is het rijke kunstpatrimonium dat is overgebleven.


Op sociaal gebied waren deze eedgenootschappen de voorloper van ons OCMW. Bij het overlijden van een gildebroeder nam de Gilde de begrafenis voor zijn rekening en werd automatisch voor zijn gezin gezorgd.


 

De Gilden zijn dan ook één der oudste vormen van gemeenschapsleven in onze contreien, en hebben een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van onze steden en gemeenten.


 

De aan de Gilden verleende privilegiën dateren meestal vanaf de 13de - begin 14de eeuw. (alhoewel er reeds vroeger sprake was van de Gemaanse Gilden en Geldonia in het Karolingische tijdvak.)


 

De zes gewapende Gilden die hun oorsprong in onze stad vinden, zijn gesticht in:


1306: De Oude Voetboog of "De Goedwillighen", later St.-Jorisgilde


1348: De Oude Handboog, later St.-Sebastiaansgilde


1385: De Jonge Voetboog


1485: De Jonge Handboog of "De Gebroken Pese"


1487: De Gilde der Schermers en Hellebardiers" of " De Haertsiers"


1489: De Kolveniersgilde later St.-Christoffelsgilde


 

Nadat tijdens de 16de eeuw hun militaire rol afneemt, worden de Gilden broederschappen van “Plezansiën”. Het schieten met de oude wapens Kruisboog, Handboog en Karabijn, wordt meer en meer beoefend als vermaak. Zij blijven echter verder nauw betrokken bij alle stadsmanifestaties, feesten, processies, ommegangen en intredes.


 

Tijdens de Franse Revolutie worden bij decreet in 1791 alle Gilden afgeschaft en hun bezittingen openbaar verkocht. Vooral rurale gilden konden hun bezittingen in veiligheid brengen, en later hun activiteiten verder zetten.



Pas rond 1955 worden in Antwerpen initiatieven genomen om het gildewezen nieuw leven in te blazen.

  

Menu